De Vlaamse Lotte Kopecky is een alleskunner
Wout van Aert kan tijdrijden, sprinten, veldrijden, klassiekers rijden en redelijk klimmen. Mathieu van der Poel kan sprinten, veldrijden, mountainbiken en uitblinken in vrijwel alle klassiekers. Lotte Kopecky (26) past uitstekend in dit rijtje. Naast bovengenoemde disciplines en fietsvaardigheden beheerst ze ook nog verschillende baanonderdelen.
Haar palmares verraadt haar enorme veelzijdigheid. Ga maar na: Belgisch kampioen tijdrijden 2019, 2020, 2021, Belgisch kampioen op de weg in 2020 en 2021, tweede op het Belgisch kampioenschap veldrijden in 2021, winnares van de voorjaarskoers Le Samyn, podiumplaatsen in Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen en verschillende wereldtitels en wereldbekerzeges op de baan. Als veelzijdigheid een naam had, zou dat Kopecky zijn. Zet haar op een crossfiets, wegfiets, baanfiets of tijdritfiets en ze rijdt ermee weg.
Is dat niet een valkuil, het combineren van al die disciplines waardoor je misschien net niet alles eruit weet te halen?
“Nee, zeker niet. Ik vind die afwisseling leuk. Soms heb ik even genoeg van de weg en dan kan ik mij uitleven op de baan. En andersom. Het haalt de sleur uit mijn wielerjaar. Dit jaar is het rustig op de baan, er staan weinig wedstrijden op de planning. Elke winter leg ik de programma’s naast elkaar, dit keer met ploegmanager Danny Stam die vroeger zelf pistier is geweest, en dan plannen we een seizoen dat het beste bij mij past. Het baanwielrennen heeft me gevormd tot de wielrenner die ik ben. Misschien is de combinatie juist mijn sleutel tot succes. Voor mij werkt het.”
“Misschien is de combinatie van disciplines juist mijn sleutel tot succes”
En het veldrijden dan?
“De cross is echt voor de fun. Ik beschouw het als een training en daardoor kost het mij totaal geen mentale energie, zoals dat bij de baan en de weg wel het geval is. Of ik nou twintigste, tiende of derde word, het maakt mij echt niet uit. De resultaten zijn onbelangrijk. In het verleden heb ik heel veel op de baan gereden, zowel in de winter als in de zomer. Dat is leuk, maar daardoor moest ik altijd in topconditie zijn en dat vreet aan het lichaam. Doseren dus.”
Met het mes op de keel: vanaf nu alleen nog maar op de baan of op de weg?
“Tot de Olympische Spelen van Parijs ga ik beide disciplines combineren. Dus dat maakt ze even belangrijk voor mij. Maar als ik echt moet kiezen, kies ik misschien toch voor de weg. Daar heb je net iets meer variatie in de koersen en de omgeving. Neemt niet weg dat ik droom van een olympische medaille, de baan geeft mij meer kansen.”
De Nederlandse ploeg SD Worx helpt je in het volgen van jouw ambities. Net als je vorige ploeg Liv Racing deed. Hoe voelt het voor je om in de beste en sterkste ploeg van het vrouwenpeloton te rijden?
“Een sterrenploeg, hè? Ja, zo mag iedereen het noemen. Toen ik werd gevraagd, voelde ik mij enorm gevleid. Alle vrouwen willen bij deze ploeg rijden en de plekken zijn schaars. SD Worx steekt ver boven de andere ploegen uit. Het bevalt tot nu toe goed om er deel van uit te maken.”
Door de vele sterren in de ploeg zal je vast niet altijd als kopvrouw worden uitgespeeld, zoals bij je vorige ploeg Liv Racing wel vaak het geval was. Hoe kijk je daarnaar?
“Uiteindelijk moet ik wel koersen gaan winnen. Bij SD Worx wordt iedereen hetzelfde behandeld en dat is heel goed. Een echte hiërarchie bestaat niet. We beginnen een finale vaak met meerdere vrouwen uit onze ploeg. Dat geeft een bepaalde rust, niet alles zal van mijn benen afhangen.”
Toch zal je bij bepaalde koersen willen uitblinken.
“Ik wil straks goed zijn in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat zijn de doelen in het eerste deel van het seizoen. Daarna kijk ik naar de Tour de France voor vrouwen, die voor het eerst in deze vorm wordt verreden. Voor alle ploegen zal dat enorm belangrijk zijn. Een richtpunt in het wielerjaar. In het gele truike door Frankrijk rijden, dat lijkt me fantastisch. Sowieso vind ik het goed voor het vrouwenwielrennen dat we onze eigen Tour krijgen.”
Zijn de Nederlanders wel aardig voor je? Of is het toch ergens een cultuurschok?
“Nou, ze zijn wel heel direct. Dat kan soms grof en bot overkomen, maar ik vind het prima, kan er goed mee omgaan. Nederlanders zeggen meteen waar het op staat en dat kan ik waarderen. Ik heb het gevoel dat ik in de ploeg pas, de andere aanwinst, Marlen Reussler uit Zwitserland, deelt dat gevoel met mij.”
Misschien ook wel eens leuk om mét in plaats van tegen Nederlanders te rijden?
“In het verleden werden we als België bij EK’s en WK’s wel eens moedeloos van het sterke Nederlandse team, er waren zoveel goede rensters. We hoopten maar dat het dan een strijd werd tussen Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen en dat wij daarvan konden profiteren. In de nationale selectie hebben we straks in ieder geval wel een geduchte concurrent minder, nu Anna van der Breggen onze ploegleider is geworden bij SD Worx.”
Hoe bevalt Van der Breggen als ploegleider?
“Ik begreep dat Anna voorheen als coureur vaak al koersen in goede banen leidde. Het is waanzinnig dat ze nu deel is van het management. En met Lars Boom en Danny Stam hebben we de hersens in de wagen zitten. Als renster kan ik alleen maar heel veel respect voor Anna hebben. Ik hoop nog veel van haar te leren.”
Als ploeg kregen jullie afgelopen winter te maken met de afschuwelijke val van Amy Pieters. Hoe reageren jullie daar als team op?
“Ik ken haar goed, haar vader is de coach van de Belgische baanploeg. Voor ons allemaal is het een moeilijk onderwerp om over te praten. Gelukkig is daar ruimte voor in de ploeg. We staan er regelmatig bij stil en op het trainingskamp in de winter zijn veel tranen gelaten. Ze rijdt altijd met ons mee. We proberen desondanks een positieve sfeer in de ploeg te houden. Amy zou niet willen dat we ons lieten meeslepen in het verdriet, dat zou niemand helpen. We kunnen alleen maar afwachten en ondertussen proberen we alle energie in het fietsen te steken. Zo kunnen we haar misschien trots maken.”
In het vrouwenpeloton rijden dit seizoen veel ploegen met een roze tenue, ze zijn moeilijk van SD Worx te onderscheiden. Lijkt me vervelend?
“Ik snap dat ook niet. De schuld ligt wat mij betreft bij wielerbond UCI, die krijgt alle ontwerpen vooraf te zien en moet goedkeuring verlenen. Aan de UCI is het om te zeggen: dit lijkt te veel op elkaar, kies maar iets anders. Het halve peloton is nu roze. Als er een ontsnapping vertrekt, en je hebt het net niet gezien of gehoord, weet je niet of er een achtervolging ingezet moet worden. Want welk roze tenue rijdt precies daar in de verte? Ook wanneer je het peloton op de kant wil zetten, is het handig om in de ooghoeken te zien wie achter je zitten. Voor televisiecommentatoren wordt het al helemaal problematisch bij helikopterbeelden.”
Hoe bevalt de Specialized, de nieuwe fiets van de ploeg?
“Net als naar mijn ploeggenoten keek ik enorm uit naar deze fietsen. Het is een groot voordeel van SD Worx, het materiaal is extreem goed. Beter dan Specialized bestaat gewoon niet. Zelfs de tijdritfiets pak ik in tegenstelling tot eerdere jaren met plezier uit de garage. Die fiets is zo licht in vergelijking met andere tijdritfietsen. Ik voel het vooral in het optrekken na een bocht. Waar andere merken zwaar en slap voelen, doet de Specialized exact wat ik wil.”
Ben je een materiaalfreak?
“Ik ben heel gevoelig voor de afstelling van de fiets. Zelfs een centimeter verschil zal ik voelen. Met de schoenplaatjes ben ik ook heel precies. Een nieuw merk fiets betekent ook een nieuwe geometrie. Daar gaat een tijd van afstellen aan vooraf.”
Geldt voor jou ‘hoe hoger de sok, hoe groter de snok’?
“Haha. Ik ben van de middenweg. Het moet er mooi uitzien. Superlaag is niks, iets te hoog is ook niks. Die van mij zit precies halverwege mijn knie en mijn enkel.”
Witte of zwarte koersbroek?
“In het geval van SD Worx zwart, en bij de nationale kampioenstrui van België ook. Maar Mathieu van der Poel kan de witte broek hebben. Bij hem staat het.”
FuturumMag.19
Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.19, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.