We gebruiken cookies (en vergelijkbare technieken) om het shoppen nog makkelijker en persoonlijker voor jou te maken.
Functionele en analytische cookies plaatsen we altijd. De functionele cookies zorgen voor de beste website-ervaring. De analytische cookies gebruiken we om FuturumShop elke dag te kunnen verbeteren.
Met de persoonlijke cookie technologie kunnen we je nuttige en persoonlijke advertenties laten zien, die nog beter op jouw wensen aansluiten.
Lees hier
alles over onze cookie- en privacyverklaring. Klik op 'accepteren' om te accepteren. Kies je voor weigeren? Dan plaatsen we alleen functionele en analytische cookies.
FUTURUMSHOP APP
Sparen voor gratis cadeaus?
Download onze app direct!
Hoe precies kan een wielerprof trainen met een bepaald wattage zonder de data van zijn powermeter te zien? Greg Van Avermaet probeerde het op de Coll des Rates.
Tekst Bart Vandermaelen Fotografie BelgaImage, Cor Vos
Het is januari in de Lage Landen. Het weer is grijs, kil, nat en winderig. Niet meteen uitnodigende omstandigheden voor een lange duurtraining of intervalletjes op het scherp van de snede. Maar daar weet Greg Van Avermaet een mouw aan te passen. De olympisch kampioen van Rio 2016 verblijft tijdens de eerste maanden van 2025 vaker in het Spaanse Javea dan in het grauwe Vlaanderen. Ongelijk kan ik hem niet geven: het weer en de wegen zijn er prima voor een renner die zich ’s winters voorbereidt op het komende seizoen. Zelfs al bestaat dat seizoen voornamelijk uit gravelraces en triathlons. Greg was achttien jaar profrenner en hing eind 2023 zijn fiets aan de haak. Hoewel dat misschien niet helemaal de juiste uitdrukking is voor dit competitiedier. Na zijn ‘wielerpensioen’ kruist Gouden Greg op het grind geregeld de degens met onder andere Laurens ten Dam, Niki Terpstra, Jan Bakelants en een heleboel andere ex-profs. Van Avermaet doet dat ‘puur voor de fun’ en echt leven en trainen als een topatleet zit er niet meer in. Maar neem het van mij aan: heel veel scheelt het niet.
Uitgelezen proefkonijn Van iemand die bijna twee decennia aan topsport heeft gedaan, kan je wel verwachten dat hij zijn lichaam door en door kent. Greg Van Avermaet is dus het uitgelezen proefkonijn voor een experimentje: kan een renner een training afwerken aan een bepaald wattage zonder dat wattage af te lezen op zijn fietscomputer? Bovendien heeft Greg met de Coll des Rates een gedroomde klim in zijn achtertuin voor zo’n test. Hij kan zich trouwens ook de tijd nog herinneren dat een powermeter niet tot de standaarduitrusting van een renner behoorde: “Tijdens de eerste twee à drie jaar van mijn carrière reed ik alleen met een hartslagmeter. Vanaf 2009 trainden we bij Silence-Lotto voor het eerst met vermogensmeting, maar het systeem voegde ook wat gewicht toe aan de fiets en dus koersten we er niet mee. Pas vanaf 2011 ben ik bij BMC begonnen te koersen met een SRM-toestel en sindsdien kan ik de powermeter nog moeilijk missen. Het is gewoon een heel waardevolle tool. Ik denk dat ik vrij goed mijn wattages kan inschatten, maar de cijfers onderweg ook echt zien, geeft toch de nodige bevestiging. Het is handig om ergens een richtlijn te hebben of je goed bezig bent of niet. Je kan dus zeker wel stellen dat ik liever met dan zonder vermogensmeter train.”
Geen datafreak De meerwaarde van trainen op basis van je vermogen ten opzichte van trainen aan de hand van de klassieke hartslagzones is natuurlijk al lang duidelijk en situeert zich op vier verschillende niveaus. Ten eerste geeft een wattegemeter jouw geleverde inspanningen correcter weer. Ten tweede krijg je onmiddellijk feedback. Ten derde kan je achteraf je trainingen beter gaan analyseren. En ten slotte helpt een vermogensmeter bij het bepalen van de sterktes en de zwaktes van een renner. Het is dus logisch dat ook amateurs en ambitieuze wielertoeristen vaak aan het schermpje van hun fietscomputer zijn gekluisterd om onderweg te monitoren hoeveel watt ze wegtrappen. Van Avermaet is echter nooit een grote datafreak geweest: “Ik heb nog altijd mijn account op Trainingpeaks, waar ik al mijn ritten bijhoud. Zelfs nu ik gestopt ben met wielrennen vind ik het fijn om die app even te openen, vooral om te zien hoeveel inhoud je verliest na je carrière (lacht). Maar ik besteed er zeker niet te veel aandacht aan. Dat deed ik trouwens ook niet toen ik wel nog koerste. Ik trainde soms op gevoel en de trainers waarmee ik samenwerkte vonden dat oké. Op dagen dat ik me goed voelde deed ik altijd wat extra, maar op dagen dat het vierkant draaide probeerde ik vooral naar mijn lichaam te luisteren en me niet te strikt vast te pinnen op de voorgeschreven intervallen. Op zo’n moment is het dan weer goed om niet constant te focussen op je wattages, want het zorgt vooral voor frustratie wanneer je merkt dat een opgelegde training net te moeilijk is en je over je limieten moet gaan om bepaalde waarden te halen.”
Kachelen op de Coll des Rates Dagen waarop het vierkant draait, zo heeft Greg er momenteel een paar. Wanneer ik hem na zijn blinde training opbel in Javea, hoor ik een stem die een stuk nasaler klinkt dan gewoonlijk. “Ik ben flink verkouden, dus zeker niet honderd procent momenteel” aldus Van Avermaet. “Ik had vooraf toch een beetje schrik om de test te doen. Als je wat minder in vorm bent is het vaak moeilijker om in te schatten hoeveel vermogen je trapt. En sowieso is de ‘coup de pedale’ die je als prof hebt ook snel weg wanneer je niet meer volgens dat strakke trainings- en koersregime van een toprenner leeft. Maar het is vrij goed gelukt. Ik had me voorgenomen om de Coll des Rates met een gemiddeld vermogen van zo’n 370 à 380 watt naar boven te rijden. Dat is een tempo dat voor mij goed aanvoelt. Het is flink doorfietsen, maar niet ‘vollebak’ gaan. Aan de voet van de klim ben ik op mijn Wahoo een nieuwe ronde gestart en heb ik het scherm van mijn fietscomputer aangepast zodat ik mijn power output niet meer kon zien. Toen ik boven checkte kwam ik uit op 379 watt gemiddeld. Ik mag dus zeggen dat ik na al die profjaren mijn lichaam nog steeds goed kan inschatten.” De keuze voor de Coll des Rates is niet toevallig: “Het is een heel regelmatige klim van zo’n 6,5 kilometer die zich perfect leent voor intervaltrainingen. Bergop is het sowieso ook makkelijker om dit soort testen te doen. Je weet wat je omslagpunt is en je weet hoe het voelt om op die anaerobe drempel te rijden. Het is trouwens niet de eerste keer dat ik zo’n blinde test doe. Ook toen ik nog prof was deed ik het soms uit nieuwsgierigheid. Maar zoals gezegd: het was toen nog iets makkelijker in te schatten dan nu. Als actief renner doe je heel regelmatig FTP- en VO2Max-testen, telkens voor en na trainingsstages bijvoorbeeld. Dan weet je dus heel goed waar je conditioneel staat en kan je nog preciezer inschatten welke vermogens je wanneer levert. Nu doe ik zelf af en toe nog eens zo’n test. Onlangs testte ik mijn FTP op Zwift, maar dat was eerder uit verveling (lacht). Toch raad ik dat soort tests echt aan wanneer je als recreatieve fietser beter wil worden. Zeker als je je lichaam niet goed kent, dan is het belangrijk om toch te weten wat je verschillende inspanningszones zijn, zodat je je daarop kan baseren voor je trainingen.”
Indrukwekkend accuraat Ik moet toegeven dat ik best onder de indruk ben. Enerzijds van het feit dat Greg als snipverkouden ‘ex-prof’ toch nog vlotjes 379 watt uit zijn dijen schudt gedurende een dik kwartier. Anderzijds door de accuraatheid van zijn inschatting. Als geoefend wielertoerist met elk jaar zo’n tienduizend kilometer op de teller kan ik het me amper voorstellen dat ik enkele kilometers lang puur op gevoel een bepaald wattage zou aanhouden. Volgens Greg is dat ook normaal: “Ik denk dat zeker tachtig procent van de profs hun wattages vrij goed kunnen inschatten. Al is het voor jongere renners misschien moeilijker omdat je jezelf en je lichaam nog niet zo goed kent. Ik denk ook dat het voor recreanten haast onmogelijk is om zonder iets van indicatie een bepaald wattage te rijden. Veel mensen gaan zich dan overschatten en opblazen.”
Wil je zelf trainen met een powermeter? De powermeter is niet meer uit het profwielrennen weg te denken en ook liefhebbers zijn vaak verslingerd aan de cijfertjes die uit hun vermogensmeter rollen. Wil jij je trainingen ook naar een hoger niveau tillen? Check dan zeker onze koopgids waar we de voor- en nadelen van verschillende types powermeters haarfijn voor je toelichten
Het bos en de bomen Door de stroom aan cijfermateriaal die je via Trainingpeaks en andere platformen over je heen krijgt, is het voor heel wat fietsliefhebbers vaak moeilijk om door de bomen het bos te blijven zien. De powermeter is ook bij hen goed ingeburgerd, maar niet iedereen weet goed wat ze er precies mee moeten doen. Je wattages goed kunnen inschatten is één ding, maar ook de analyse van je data achteraf is een belangrijke skill wanneer je als fietser de ambitie hebt om iets moois neer te zetten in een wedstrijd, een granfondo of een gravelrace. Ik vraag me af welke parameters Greg zoal in de gaten houdt? “Gemiddeld wattage na een training is natuurlijk belangrijk, maar ik koppel dat ook aan het aantal kilocalorieën dat ik heb verbruikt. Duw je na enkele uren en na pakweg 3.000 calorieën nog steeds een goed vermogen of is er verval te zien? Ook het verschil tussen ‘normalized power’ en ‘average power’ is belangrijk, zeker wanneer je blokjes afwerkt. Zo kan je zien of je mooie kwaliteit hebt getraind of toch vooral aan het stampen en duwen bent geweest. Tot slot vind ik ook TSS – de ‘Training Stress Score’ – een belangrijke waarde. Die toont het gewicht van je training en de impact op je lichaam. In opbouw naar een wedstrijd probeer ik telkens twee à drie trainingsdagen met een hoge TSS af te werken, gevolg door een paar dagen waarop ik probeer om goed te rusten en te recupereren. Die cyclus herhaal ik meerdere keren om dan in de dagen vlak voor een race goed te ‘taperen’. Gas terugnemen dus. Mijn trainingsschema’s stel ik nu trouwens gewoon zelf samen. Sinds ik als profrenner ben gestopt, werk ik niet meer samen met een trainer. Ik maak een ruwe planning op in het begin van de week en echt heel specifiek trainen doe ik niet meer. In dat opzicht werk ik misschien wat amateuristisch, maar het belangrijkste is momenteel dat ik mij amuseer.”
Niet vervelen Ondanks het wielerpensioen en het idee dat meedoen voor Van Avermaet momenteel belangrijker is dan winnen, verraadt zijn aanwezigheid in Spanje toch ambitie voor 2025. Je trekt immers niet naar de Costa Blanca als je geen doelen hebt om naartoe te pieken. En die komen er al vrij snel aan: “Mijn eerste gravelrace in 2025 wordt Santa Vall in Girona, midden februari. Een maand later neem ik samen met een vriend deel aan de Cape Epic in Zuid-Afrika. Die mountainbikerace stond al lang op mijn bucketlist. En natuurlijk wil ik in Unbound Gravel begin juni weer op de afspraak zijn. Naast gravelracen ben ik ook met triathlon bezig en het WK Ironman in Marbella wordt mijn grote doel in het najaar. Daar wil ik mij nog eens helemaal toeleggen op de halve afstand. Mij vervelen zal er dus niet gauw inzitten. Maar met het oog op al die ultra-uitdagingen heeft deze blinde test me toch gerustgesteld dat ik mijn lichaam nog door en door ken.”
Nieuwsbrief
Voor een wekelijkse dosis inspiratie, voorpret én natuurlijk de beste acties en aanbiedingen,
meld je je aan voor onze e-mailnieuwsbrief.
Dankjewel, je aanmelding is gelukt
Het email adres staat al in onze nieuwsbrief database.
Het opgegeven emailadres is niet correct. Probeer het opnieuw.
Vele fanatieke sporters blijven al op de hoogte. Volg jij hun voorbeeld?