Niki Terpstra is op een mountainbike in zijn element.
Als de fotograaf hem voor de coverplaat naar een mooi plekje in de Schoorlse duinen vraagt, denkt Niki Terpstra (37) maar wat graag mee. Hij kent hier alle hoekjes, bultjes en kuilen. Al bijna 25 jaar trekt hij eropuit op de crossfiets en mountainbike. Zelfs toen er nog geen vaste route in het duingebied bestond en mountainbiken nog een niche heette, was hij hier al actief. Ook toen moest het voor Terpstra, die later furore maakte op de baan en vooral op de weg, hard gaan. Snelheid, daar draait het bij hem om. De winnaar van Parijs-Roubaix (2014) en de ronde van Vlaanderen (2018) heeft zijn zinnen gezet op het najaar. Op 3 oktober staat Parijs-Roubaix op de kalender en een week later is Parijs-Tours, de klassieker waarin hij al vier keer op het podium eindigde maar nog nooit wist te winnen. Juist vanwege het belang van het najaar reed hij dit jaar geen Tour de France, maar koos hij voor een opvallend alternatief. Oplettende wielerliefhebbers zagen hem in juli terug in de uitslagen van de TransAlp, een mountainbikewedstrijd voor koppels in Oostenrijk en (vooral) Noord-Italië. Samen met Gosse van der Meer eindigde hij na een week afzien als zevende, op liefst 2 uur en 43 minuten van de winnaars.
2020 was voor hem een raar jaar. “Er werden heel veel koersen afgelast en ik kreeg natuurlijk die zware blessure.” Hij viel half juni vorig jaar op de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen en liep daarbij onder meer een hersenschudding, een sleutelbeenbreuk, een klaplong en gebroken ribben op. Terugkomen van zo’n crash kost tijd. “Het is dan lang zoeken naar het juiste ritme. Dat dit jaar tal van koersen die op mijn programma stonden op het laatste moment opnieuw werden afgelast, maakte het lastig plannen. Omdat ik de Tour niet zou rijden had ik na de ronde van België en het Nederlands kampioenschap zomaar een maand geen koersen.”
In de wetenschap dat zijn favoriete wedstrijden pas in het najaar volgen, zocht hij een tussentijdse uitdaging. En die vond hij op de mountainbike. “Ik train al jaren veel op de mountainbike. Er zijn winters dat ik tot het eerste trainingskamp van de ploeg de wegfiets niet aanraak. Ik rijd dan altijd op wat ik zelf een typisch Noord-Hollandse mountainbike noem: een hardtail met banden met maar weinig profiel. Daarmee kun je prima uit de voeten in het Noord-Hollandse zand. Je hebt hier natuurlijk ook andere, minder extreme versnellingen nodig dan in het buitenland. Zulke combinaties worden vaak niet standaard geleverd, je moet sommige dingen zelfs speciaal laten maken. Als ik dan een fotootje op Instagram post, dan krijg ik allemaal vragen over die fiets. ‘Wat is dat dan voor mountainbike?”
“Ik ben mijn hele leven al multidiciplinair bezig”
“Ik ben mijn hele leven al multidisciplinair bezig. Als junior croste ik en reed ik op de baan. Later stapte ik over naar trainen op de mountainbike, met name in de winter. Maar ja, waarom ook niet in de zomer? Het is een prima voorbereiding op de klassiekers. Ik wilde eerst een mountainbikemarathon in Drenthe rijden, maar die was maar één dag. Ik zocht een grotere uitdaging. Toen ik de TransAlp ontdekte, dacht ik: dat is het. Vet! Een mooie uitdaging én een goede training. Want dat is het ook hè. Ik doe zoiets niet alleen omdat ik het leuk vind. Zeven dagen serieus klimmen, dat is natuurlijk ook een supermooi trainingsblok.”
Zo keken ze er bij zijn ploeg ook tegenaan. Niks geen discussie over gevaren, over het verlaten van de gebaande paden. Welnee, zijn trainer bij Team TotalEnergies kon zich er helemaal in vinden. “Ze zagen er direct het voordeel van. Het is natuurlijk ook iets mentaals, een ontsnapping aan de saaie, eentonige trainingsblokken op de weg. Dominique Arnould, een van de ploegleiders, vond het idee zelfs fantastisch. Hij is nog wereldkampioen veldrijden geweest, nota bene in het jaar dat hij ook de tour reed. Hij had maar één, logische, voorwaarde: dat ik op een Wilier zou rijden.” Wilier, de fietsensponsor van Team TotalEnergies, had juist dit voorjaar een nieuwe mountainbike gelanceerd: de Urta SLR. Een uitkomst, want zonder een volgeveerde mountainbike met alle nieuwste snufjes was de transalp natuurlijk niet te volbrengen.
Alles voor mountainbikers
FuturumShop heeft een ruim MTB assortiment op voorraad! Bekijk snel onze collectie.
Nu bekijken
Oogkleppen
Van Terpstra is bekend dat hij een haat-liefdeverhouding met de Tour heeft, dat de Alpencols niet op zijn lijstje met favoriete obstakels staan. “Ik vind het wel altijd mooi om te trainen in de bergen hoor. Je hebt de prachtigste cols. Maar in de wedstrijd geniet je er niet van, krijg je ook niks mee van het uitzicht. Als ik op televisie de beelden zie van die dalen, prachtig. Maar als je bezig bent met presteren heb je oogkleppen op, dan zie je er niets van.” Nu reed hij de bergen vanaf de zijkant op, niet over de weg, maar via geitenpaadjes. Een nieuwe ervaring. “Ik was natuurlijk geen specialist. Op de baan rijd ik in de zesdaagsen mee met de wereldtop, maar dit is heel anders. Ik ben goed op de baan, goed op de weg, maar ik ben geen goede mountainbiker. En zeker niet op dat terrein. Ik moest het doen met de conditie én de techniek van het rondje Schoorl. Het zou dus een week lang pushen worden, dat wist ik vooraf. Ik was blij met een ervaren maat als Gosse van der Meer. En voor technische tips ben ik naar Tijs al gegaan, ex-mountainbiker en werkzaam bij Shimano. Die weet alles van tandwielen, handvatten. Alles waarvan hij zei ‘daar kan je baat bij hebben’, heb ik besteld. Je mag altijd twijfels hebben over andermans adviezen, maar soms moet je luisteren naar iemand die er echt verstand van heeft.”
“Mountainbiken brengt voor mij een ander gevoel mee”
Zoals hij in het voorjaar vaak veel baat heeft bij zijn trainingstochten op de mountainbike door Noord-Holland, hoopt hij later dit wegseizoen te profiteren van zijn inspanningen in Noord-Italië. “Ik ga zeker niet zeggen dat een training op de mountainbike beter is dan een training op de weg. Of andersom. Je hebt het over een compleet andere inspanning. Zeker als ik een berg op rijd op de mountainbike is dat onvergelijkbaar met een col op de wegfiets. Maar, mountainbiken brengt voor mij een ander gevoel mee. Ik vind het leuk, de sport wordt daardoor geen sleur. Weet je dat ik, hoewel ik vooraf aan de TransAlp me echt geen illusies maakte over onze klassering, zelfs een beetje zenuwachtig was. Het was leuk om dat weer eens te hebben. Bovendien, met die transalp was ik toch mooi zeven dagen in competitie, dat is een serieuze prikkel die je in een gewone training niet krijgt.”
Terpstra is een liefhebber. “Ik train graag. Soms, heel soms, heb ik ook weleens geen zin, bijvoorbeeld als het regent. Maar dat is eigenlijk maar zelden. Op zulke dagen stap ik wel op. Dat zal ik straks, als ik gestopt ben, niet doen. Maar, ik zal zeker veel blijven fietsen. Op de wegfiets, maar zeker ook op de mountainbike. Stoppen? Natuurlijk denk je daar wel over na, ik ben 37. Het zou raar zijn als je daar niet over nadenkt, dat je wel ziet wat daarna komt. Maar ik ga sowieso nog wel een tijdje door. Of ik net als Valverde nog prof ben op mijn veertigste? Dat kan ik me niet voorstellen. Maar, aan de andere kant: als het lekker gaat… als je weet hoe makkelijk Valverde nog kan meekomen in Luik-Bastenaken-Luik en je ziet Cavendish zoveel ritten winnen in de tour, dan besef je dat het nog kan: presteren als je iets ouder wordt. Als je nog maar de passie hebt voor je sport, dat is het belangrijkste.”
Je rijdt op een Wilier. Voor sommigen een onbekend merk. Al kunnen de fietsen je nauwelijks ontgaan, ze springen nogal in het oog.
“Ik houd van Italiaanse spullen. Misschien komt dat wel omdat ik daarmee in het begin van mijn profcarrière meteen kennis maakte, bij Milram. Italiaanse merken zijn vaak totaal anders dan niet-Italiaanse merken. De passie van de Italianen vind ik prachtig. Ze stoppen er echt veel liefde in. De eerste keer dat ik werd uitgenodigd in de fabriek van Wilier voelde ik me net als Niki Lauda die op bezoek was bij Ferrari. Een schitterende ervaring. Ze luisteren er daadwerkelijk naar je input. De wegfiets waarop we nu rijden, de Filante SLR, is echt een hartstikke mooie fiets. En een hele goede fiets, wat natuurlijk nog veel belangrijker is. ”
Bij Wilier denken ze graag met je mee, vertelde je.
“Jazeker. Ze hebben bijvoorbeeld speciaal voor mij een stuur op maat gemaakt. Wilier is één van de eerste fietsfabrikanten die alle kabels compleet heeft geïntegreerd. Daarvoor hebben ze een speciaal stuur ontworpen, het stuur en de stuurpen zijn uit één geheel. Maar ik rijd nog altijd met een professionele, ronde bocht. Dat begint er een beetje uit te raken. Wielertoeristen willen allemaal zo’n ergonomisch stuurtje, waarmee je rechterop kunt zitten. Maar daarmee kan ik niet uit de voeten in wedstrijden. Dus heb ik uiteindelijk zelf een bocht aangeleverd, en een stuurpen, precies op mijn maat, met de juiste kanteling. Dat geheel hebben ze 3d gescand. Daarna is het stuur gemaakt, met nog een extra laagje carbon voor de stevigheid. Als prof ga ik niet voor het comfort, maar voor de performance, voor het meest efficiënte. Ze hebben echt een huzarenstukje verricht. Het stuur is superstijf, het stijfste wat ik ooit heb gehad, en ook precies in de vorm die ik het liefst heb. Dat stuur is nu ook te koop en wordt geregeld verkocht. Het is natuurlijk wel een beetje voor de freaks die nog echt een ronde bocht in hun stuur willen.”
Je hebt, naast je mountainbike van Wilier, maar één type wegfiets. Hoe zit dat?
“Het nieuwste model van Wilier, de Filante SLR, vervangt eigenlijk de aero- en klimfiets. Het is twee in één. Ik vond dat telkens overstappen al niks, dus ik ben blij dat Wilier nu hiervoor gekozen heeft. Ze is erin geslaagd een lichte fiets te maken die ook aerodynamisch is. En wendbaar. Want vaak zijn die aerofietsen toch vooral voor het rechtdoor-werk en voelen ze wat lomp aan. Klimfietsen zijn wel altijd wendbaar, maar weer niet zo snel op de rechte stukken. De topmerken weten nu hoe je aero en een laag gewicht kunt combineren. Ik ben blij dat Wilier daar ook bij hoort.”
De kleding bij Team TotalEnergies, dat toch een echt Franse ploeg is, komt van Nalini, ook al een Italiaans merk.
“Weet je waarin die Italianen echt goed zijn met kleding? De pasvorm. Tenminste, wat mij betreft in ieder geval wel. Mij past het altijd. Misschien zal het niet bij iedereen goed zitten, je moet er allicht een beetje smal voor zijn. Mooie Italiaanse schoenen zijn ook smal, maar ik pas ze. Als gezegd ben ik echt fan van Italiaanse producten. Ik heb zo’n mooie espressomachine, mijn fiets is Italiaans en mijn auto ook. Ja, ik rijd inderdaad in een Ferrari, een tweedehandse hoor. Vroeger maakten de Italianen spullen die mooi waren, maar niet lang meegingen, Duitse producten waren doorgaans veel robuuster. Niet mooier, maar wel langer houdbaar. Tegenwoordig zijn de Italianen ook goed in techniek en zijn hun spullen ook betrouwbaar.”
Je had tot de TransAlp nog nooit op een volledig geveerde mountainbike gereden. En je ‘Noord-Hollandse’ hardtail had ook een ‘gewoon’ verzet.
“Ja, tot ik me inschreef voor de TransAlp had ik me niet kunnen voorstellen dat ik ooit zou kiezen voor een 34 blad voor en een 51 achter. Op de weg is het vaak de vraag of je voor de 11 of de 10 kiest. Onder invloed van het mountainbiken zie je op de wegfietsen ook veel meer variatie in de groepen. Fabrikanten zijn daarin meegegaan, ze leveren vaak de 30 of 32 al standaard. En vaak ook een compact voor. Gevolg is wel dat er langere, sterkere derailleurs nodig zijn. Als je de Dura Ace van Shimano van een paar jaar terug vergelijkt met de groep van nu, dan zie je het verschil. Die groep is echt sterker, groter, langer, kan grotere verschillen aan. Wij reden met 11-23 of 11-25, maar die cassettes kan je echt niet meer kopen. Mooi dat ontwikkelingen uit meer avontuurlijke sporten als het mountainbiken hun effect in het meer conservatieve wegwielrennen hebben.”
Designed by Niki Terpstra
De passie voor de sport straalt van Niki Terpstra af, zijn ogen glinsteren nog altijd als hij over ‘het vliegen over de wegen’ praat. Snelheid, hij kickt erop. “Speed on Wheels bestaat eigenlijk al heel lang. Maar dan niet als kledinglijn, maar als een hashtag. Daar begon het ooit mee. Eerst op twitter, later kwam daar Instagram bij. Ik kreeg jaren terug al vragen of er geen merchandise van mij is. Maar ik zag dat niet zo voor me, dat mensen met een petje of shirt met fanclub Niki Terpstra zouden lopen. Met Speed on Wheels voel ik me wel happy, vanzelfsprekend. Dat staat precies voor mij. Ik zie liever dat de mensen fan zijn van mijn passie.” Maar dan is er nog niet direct een kledinglijn. “Ik ben erg kritisch. Het moet van goede kwaliteit zijn, anders gaat het niet door.”
Hij sloot een partnership met FUTURUM. Dat was, als je het hem vraagt, een logische stap. “Mijn eigen ervaring met FuturumShop was al goed. Als ik wat bestelde, was het er altijd snel. De service is goed, de kwaliteit ook. Ik merkte dat de eigen FUTURUM-kleding écht goed was. Zo zijn we uiteindelijk in contact gekomen en kwam het tot een samenwerking.” Dat is voor hem een uitkomst. Hij heeft nu direct een groot bereik voor zijn kledinglijn. “Ik vind het prachtig om energie te stoppen in het ontwerp, om mee te praten over de kleuren, materialen en designs. Maar pakketjes versturen laat ik liever aan anderen over. Die zijn daar beter in. En ik moet ook trainen hè. Ik ben nog altijd fulltime prof. Maar samen met een ontwerper aan het logo werken, vond ik wel leuk. Er moest natuurlijk snelheid in zitten. In die e’s in het logo zit heel veel snelheid. Het zou gaaf zijn als dat mensen gaat opvallen, zonder dat mijn naam erbij gezegd wordt. Dat het misschien wel zoiets wordt als de krokodil van Lacoste of het Swoosh-teken van Nike.”
Kleine details
Speed on Wheels is niet zomaar een naam. Het is een levenswijze. “Ik heb een passie voor snelheid, op twee of vier wielen. Een liefde ook voor snelle dingen. Het is een soort van leefstijl. Ik ben gek op mooie, snelle auto’s, deed al aan autoracen toen dat nog helemaal niet populair was in Nederland. Ik ben ook, natuurlijk, gek op snelle fietsen. Of het nu op de kasseien, het asfalt, in het veld of de baan is, ik probeer altijd snel te gaan. Het moet een kick geven, adrenaline. Ik houd niet van saai. Dat is Speed on Wheels.” Vooralsnog bestaat de kledinglijn vooral uit vrijetijdskleding. Lekker voor na het sporten en een verfrissende douche, op de terugweg in de auto na een mooie tocht. Of voor op de bank, kijkend naar wielrennen op televisie. Maar ook voor de momenten dat je op een matje aan je core stability werkt. Comfortabel én handig. “Ik heb me er bijvoorbeeld sterk voor gemaakt dat er, achter een rits, een extra vakje kwam voor airpods en een hotelkamerkaart of pinpas. Dat is waar ikzelf behoefte aan heb, ik kan me voorstellen dat een ander er ook steeds tegenaan loopt dat spulletjes uit je zak glijden.”
Het zal volgens Terpstra niet lang duren voordat de huidige collectie uitgebreid zal worden. “Ik heb nog heel wat ideeën. Ik wil producten maken waar ik echt achter sta, waarover ik nagedacht heb. Ik wil geen spullen met het Speed on Wheels-logo die alleen maar populair zijn en goed verkopen, maar die ik zelf niet zou dragen of gebruiken. Ik werk vooral aan innovaties. Uit ervaring én frustratie weet ik dat niet alles even goed is. Het zit in me om te denken: het kan beter. Soms maken hele kleine dingetjes het verschil, daar ben ik altijd mee bezig.”
Tekst: Edward Swier
Fotografie: Dirk-Jan van Dijk
FuturumMag.18
Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.18, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.