Clincher, tubeless of tubular?
Vandaag de dag zijn er drie type banden waarmee je kunt rijden: clincher, tubeless of tubular. Een velg is niet geschikt voor al deze drie bandsoorten. Op een velg voor tubular banden kun je dus geen clincher band leggen, dit omdat het velgbed een heel andere vorm heeft. Wél zijn er diverse velgen die zowel clincher als tubeless banden aankunnen. FuturumShop geeft dit bij de productomschrijvingen duidelijk aan. Je moet dus vóór aanschaf een keuze maken met welk bandtype je wilt gaan rijden.
De standaard bij racefietsen is op dit moment (nog) het gebruik van clinchers. Daarbij monteer je een binnenband in combinatie met een vouw- of draadband op de velg. Rijd je tijdens een training lek, dan haal je de buitenband eraf, vervang of plak je de binnenband en leg je de buitenband er opnieuw op. Vervolgens kun je je weg vervolgen.
Bij de tubeless technologie rijd je enkel met een tubeless buitenband, dus zonder binnenband. De velg is luchtdicht of kan luchtdicht gemaakt worden met behulp van speciaal velglint en een tubeless ventiel. Vloeibare latex dat via het ventiel in deze kamer wordt gelaten, dicht de kleine gaten. Zo kan nergens lucht naar buiten. Als je lek rijdt, dan vult het gat zich met latex. Dat biedt gemak, want je hoeft niet van de fiets. Tubeless geeft nog meer voordelen. De rolweerstand ligt lager, omdat er geen wrijving is tussen binnen- en buitenband. Je kunt daarnaast met een lagere bandendruk rijden. Op die manier krik je het comfortniveau omhoog.
De derde variant is de tubular technologie. Hier draait het om de tube: een buitenband met daaraan genaaid of gelijmd een binnenband. Deze tube wordt vervolgens op de tubular velg bevestigd, in veel gevallen met lijm. Tubular heeft een aantal voordelen, waaronder het lage gewicht. Dat maakt snellere accelaratie mogelijk. Er is bovendien veel comfort, een hoge mate van grip en een kleinere kans op lek rijden. Mocht je onverhoopt toch met een platte band komen te staan, dan is vervanging helaas niet eenvoudig. Je moet immers de hele band vernieuwen, en die neem je niet zomaar in de achterzak van je shirt mee. Om die reden beperkt gebruik van de tubular technologie zich vooral tot profwedstrijden. Al zie je dat de profwereld de laatste twee jaar steeds vaker pioniert met tubeless.
Wielset voor velg- of schijfremmen?
Je fiets heeft velgremmen of schijfremmen. Bij allebei hoort een specifieke wielset. Want op een fiets met velgremmen kun je geen wielset voor schijfremmen bevestigen â en andersom. Let daar dus op bij aanschaf. De wielsets zijn qua constructie verschillend. Bij wielen voor velgremmen komen er op het remmoment veel krachten op de velg vrij. Op die plek is ruimte gecreëerd voor een specifieke remrand. In dat gebied is de constructie bovendien extra stevig. Bij een fiets met schijfremmen ontstaat de meeste remkracht juist ter hoogte van de naaf. Het frame van een fiets met schijfremmen heeft om die reden een verstevigde vork. De wielspaken zijn erop berekend om een flinke portie krachten op te vangen. De manier van spaken is bij een wiel voor schijfremmen sowieso anders. In het algemeen is een wiel voor schijfremmen iets zwaarder, in ieder geval als de remschijf gemonteerd is. Bij de nieuwste wielen is dat verschil steeds vaker verwaarloosbaar.
Centerlock of 6-bolt
Tot voor kort waren er twee manieren om de remschijven op het wiel vast te zetten: met een centerlock of zes-bouten-bevestiging. Nu komt praktisch alleen eerstgenoemde methode nog voor. De manier van bevestigen is vooral belangrijk als je nog losse remschijven moet aanschaffen of als je bestaande wilt overzetten. Voor een centerlock wiel heb je een centerlock schijf nodig. Als je zogeheten 6-bolt schijven hebt en het wiel voorziet in centerlock, dan is er geen man overboord. Met behulp van een adapter kun je ze toch nog monteren.
Aluminium of carbon?
Wielsets zijn gemaakt van aluminium of carbon. Het voordeel van carbon wielen is dat ze lichter zijn dan die van aluminium. En ook stijver. Bij een hoge stijfheid wordt zo veel mogelijk van de kracht die je op de pedalen uitoefent omgezet in voorwaartse snelheid. De hoge velguitvoeringen zijn allemaal gemaakt van carbon. Ze bestaan weliswaar uit iets meer materiaal dan de lage velgen, maar dit betekent niet dat ze onder aan de streep heel veel meer wegen.
Heeft carbon dan altijd de voorkeur boven aluminium? Dat niet. Als je een racefiets met velgremmen hebt, dan zul je merken dat je met een wiel van aluminium beter remt. Ook al gebruik je remblokken die speciaal voor een carbon remrand zijn bedoeld. Met name bij regen is het verschil in remprestaties duidelijk merkbaar. Je remweg is dan bij carbon wielen langer. Kies bij voorkeur voor aluminium als je met je racefiets met velgremmen het hooggebergte in trekt. Vroeg of laat ga je een kilometerslange afdaling in en zul je flink moeten remmen, bijvoorbeeld als je voor een haarspeldbocht afremt van 85 naar 25 kilometer per uur. Op zulke momenten kan je carbon wielset ontzettend heet worden. Dit komt doordat de remblokken op de velg aangrijpen. Bij oververhitting riskeer je vervorming van de velg en een klapband â met alle gevolgen van dien. Een aluminium velg heeft dit nadeel niet.
Tot slot: de aankoopprijs van een wielset van carbon ligt een fractie hoger dan aluminium. Als het te besteden budget een limiet heeft, dan is het zaak om het prijskaartje in de afweging mee te nemen.
Hoge of lage velg?
Tegenwoordig zie je op de markt veel hogere velgen van carbon (44 millimeter en meer). Ze zijn ontzettend stijf en dragen bij aan meer voorwaartse snelheid. Daarbij âsmoelenâ ze goed, omdat het uiterlijk van de racefiets er net een tikkeltje agressiever door wordt. Dat zijn echter niet de voornaamste redenen om voor hoge velgen te kiezen: hoge velgen â soms ook wel als diep aangeduid â bieden bij hogere snelheid aerodynamisch voordeel. Keerzijde is dat ze vanwege het grote oppervlak gevoeliger zijn voor zijwind. Rijd je bijvoorbeeld over een dijk en krijg je een windstoot van opzij, dan ervaar je mogelijk wat minder stabiliteit.
Alternatief is een lage velg van carbon of aluminium (tot circa 28 millimeter). Hiervoor kies je als je de bergen in gaat. Je snelheid ligt dan lager, waardoor je niets of minder aan het aerodynamisch voordeel van de hoge velg hebt. Bovendien sleur je iets minder gewicht mee de berg op. Als je op een fiets met velgremmen de bergen trotseert, gaat de voorkeur sterk uit naar een lage set van aluminium. Dit omdat, zoals hiervoor aangegeven, het carbon in afdalingen te heet zou kunnen worden door veelvuldig en langdurig remmen.
Tussenvariant zijn de halfhoge wielen (28 tot 44 millimeter). Die zijn stijver dan de lage wielen en bieden toch een klein aerodynamisch voordeel. Zowel in de bergen als op vlakke wegen kun je er prima mee uit de voeten.
Ere Research Omnia CL 45
Tubeless ready én met vouwbanden te gebruiken voor banden tussen de 26 en 36 millimeter. Voor een uitstekende aerodynamica dankzij velghoogte van 46 millimeter.
Nu bestellen
Schijfgrootte: 160 OF 140 milimeter
Een ander aandachtspunt is de grootte van de remschijven. Check vóór aanschaf hetgeen de fabrikant van je fiets voorschrijft. Op racefietsen kom je meestal de diametermaten 140 en 160 millimeter tegen. Niet zelden kiezen fietsfabrikanten aan de voorzijde voor een iets grotere schijf dan achter, omdat je daarmee harder kunt remmen.
Smalle of brede velg?
Als je een fiets met schijfremmen hebt, doe je er goed aan om extra op de interne velgbreedte te letten. In tegenstelling tot een fiets met velgremmen kun je hierop een bredere velg toepassen, en dus ook een bredere band. Hoe breed maximaal hangt van het frame af, controleer dit vóór aanschaf. Een bredere band brengt meer grip en comfort, zonder dat de rolweerstand hoog uitvalt. Bovendien geef je de fiets met een bredere velg een meer allround karakter. Want je kunt in dat geval gemakkelijk een gravelband van 35 millimeter steken en pakt zo moeiteloos een paar offroad paden mee. Zulke allround wielsets voor schijfremmen hebben tegenwoordig een interne velgbreedte van ten minste 17 millimeter en deze kan oplopen tot 21 millimeter.
Een grotere interne velgbreedte heeft niet per sé de voorkeur. Als je het hooggebergte opzoekt, dan is het verstandig om zo min mogelijk gewicht mee te dragen. Hoewel er uitzonderingen zijn, bevat een bredere velg nou eenmaal meer materiaal en deze is dan ook vaak iets zwaarder. In bergachtige contreien adviseren we een velg met een interne velgbreedte van 17 of hooguit 19 millimeter.
Shimano, Campagnolo of SRAM?
Een nieuw wiel wordt geleverd met een bepaalde body. Daarop bevestig je vervolgens de cassette die uiteraard niet bij het nieuwe wiel wordt geleverd. Check bij aanschaf van een wiel wat voor body erop zit en of die geschikt is voor de groepset en het aantal versnellingen van jouw racefiets. Heb je bijvoorbeeld een Shimano 9, 10 of 11 speed cassette, dan hoort daar een specifieke body in het wiel bij. Toevallig kun je deze ook gebruiken in het geval je met SRAM 10 of 11 speed rijdt. Voor de SRAM-groep met 12 speed is een afwijkende body nodig. Campagnolo heeft een geheel andere passing en verlangt dus ook een andere body.
Steekas of snelspanner?
Let ook op de manier waarop je wiel met remschijf in de vork wordt vastgezet: met een steekas (thru-axle) of snelspanner (quick release). Gebruik van een steekas heeft de voorkeur en is tegenwoordig ook de standaard. Daarmee zit je wiel er altijd recht in en is de kans op aanlopende remmen veel kleiner. Bij aanschaf van een wielset met steekas is het zaak om te letten op de diameter van de steekas. In de meeste gevallen is dit 12 of 15 millimeter. Check of de gewenste wielset zich leent voor jouw type steekas. Zo niet, dan zijn er adapters om de wielset om te bouwen.
Fast Forward Ryot44 Full Carbon
Voor race- en gravelbanden door de velgbreedte van 21 millimeter. Door het carbon zeer licht en aerodynamisch met een velghoogte van 44 millimeter en een gewicht van 1520 gram.
Nu bestellen
FuturumMag.16
Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.16, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.