Demi Vollering rijdt ook de Tour de France. “Het is echt heel belangrijk om een volgende generatie warm te maken voor wielrennen. De jeugd is onze toekomst.”
Tekst Edward Swier, Fotografie Cor Vos
Het is hét hoogtepunt van dit seizoen. Van haar seizoen. De Tour de France, voor vrouwen. Nieuw op de kalender. Of beter gezegd: terug op de kalender. Eindelijk. Van 24 tot en met 31 juli. Acht etappes, van de Champs-Élysées naar La Planche des Belles Filles. Demi Vollering kijkt er naar uit. Met een verrassende reden: de finish op La Planche des Belles Filles is dicht bij het Zwitserse Baselland, waar ze met haar vriend samenwoont. “Die laatste twee etappes in de Elzas zijn amper tachtig kilometer van huis. Zelf ben ik er tot dit voorjaar nog maar één keer omhoog gereden, het valt net buiten mijn trainingsgebied. Maar het plan is wel om er in een rustige periode nog eens met de camper naartoe te gaan en er wat dagen te trainen. Ik zal met name de laatste twee ritten echt goed gaan verkennen.”
Ze had als kind geen voorbeelden, geen rensters die ze met extra belangstelling volgde. “Maar ik herinner me wel hoe ik werd toegeroepen als ik als enige meisje meereed met een groepje jongens van de Toerclub Pijnacker: ‘Hé, daar fietst de nieuwe Leontien.’ Dit voorjaar, in de aanloop naar de Amstel Gold Race, ontmoette ze diezelfde Leontien van Moorsel, en ook Keetie van Oosten-Hage. Het ging bij die gelegenheid onder meer over de snelle ontwikkeling die de sport nu doormaakt. “De laatste jaren is de sport enorm gegroeid. Toen ik op zoek ging naar beelden van de overwinningen van Anna van der Breggen in de Waalse Pijl, vond ik die vrij gemakkelijk. Maar van de jaren ervoor was er niets of veel minder te vinden. In die tijd werd de wedstrijd lang niet altijd in beeld gebracht, laat staan live uitgezonden. En dat is nog niet eens zo heel lang geleden hè. Als je daarover nadenkt, kun je niet anders dan heel erg blij zijn dat je juist nu wielrenster bent. En dat het prachtig is dat we nu zulke grote stappen zetten.”
“Het is prachtig dat we nu zulke grote stappen zetten”
Vollering heeft in die ontwikkeling van het vrouwenwielrennen duidelijk een voortrekkersrol gekregen. “Ik vind het belangrijk om verbeterpunten aan te stippen en op te staan als er iets echt niet klopt. In het streven om binnen het vrouwenpeloton alles gelijk te trekken aan de mannen slaat men weleens door. Het is prachtig dat ons prijzengeld gelijk wordt, dat we veel vaker op televisie zijn, dat we wedstrijden rijden die al veel jaren een editie voor mannen hebben. Maar we moeten niet de wedstrijden kopiëren, in ieder geval niet qua lengte. Soms wordt vergeten dat we vrouwen zijn, en dat we nou eenmaal anders gebouwd zijn dan mannen.” Tijdens de Tour de France Femmes zijn de ritten telkens zo rond de 130 kilometer, er zit er één etappe tussen van 175 kilometer. “Die rit van 130 kilometer is wat mij betreft lang zat. De trend is dat onze wedstrijden maar langer en langer worden. Ik vraag me weleens af wanneer dat tot een halt komt. Zelf vind ik 160 kilometer echt de max. Het is ook niet zo dat je meer spektakel krijgt als je de wedstrijden alsmaar langer en langer maakt. We moeten vooral niet te hard van stapel lopen. Daar is het vrouwenwielrennen nog niet aan toe. Het is vooral nu zaak om jonge rensters te werven.”
Ze verwacht veel van de Tour de France. Niet alleen persoonlijk. Maar ook voor de sport. Het evenement zou als een katalysator kunnen gaan werken, zoals het EK vrouwenvoetbal in 2017 dat was voor de ontwikkeling van die sport in Nederland. “Het is echt heel belangrijk om die nieuwe generatie aan te trekken. De jeugd is onze toekomst.”
Materiaal
De fiets
“Ik heb op mijn zestiende zelf mijn eerste racefiets gekocht. Mijn ouders hadden er niet veel verstand van, dus ik heb me zelf wel een beetje in het onderhoud moeten verdiepen. Had ik iets lastigs, dan ging ik naar de fietsenmaker in het dorp, dat is een hele goede. Maar ik kon me best redden hoor. Kijk, je zal mij niet een wiel zien spaken, maar een andere cassette kan ik er wel opzetten. We rijden met de ploeg nu op de Tarmac SL7 van Specialized. Dat is een alles-in-een-fiets. Ik heb geen aero of een klimfiets, maar gewoon één fiets. Ik kan ermee uit de voeten in de sprint én bergop. Ik vind dat een fijn gevoel, je hoeft nooit te twijfelen welke fiets je die dag wilt pakken. Een rit met veel klimmetjes eindigt vaak toch in een sprintje. Andere ploegen hebben vaak meerdere fietsen. Ik weet dat Annemiek van Vleuten in aanloop naar de olympische wegwedstrijd nog lang twijfelde welke fiets ze zou pakken. Voor de tijdritten hebben we wel een speciale fiets, de Shiv TT Disc. Die is ook lekker licht. Dat er geen tijdrit in de Tour de France zit, vind ik wel jammer. Die had de koers nog completer gemaakt. Waarom er geen tijdrit is? Geen idee. Misschien volgend jaar wel, er zal allicht nog wel aan het format gewerkt worden. Wat mij betreft hoeven we trouwens niet toe naar een Tour van drie weken, zoals bij de mannen. Ik vind niet dat echt álles gelijk moet worden getrokken. Het is toch niet erg om te omarmen dat wij net iets anders zijn dan mannen.”
De wielen
“Zipp levert de wielen, van het model 353 NSW. Ze zijn licht en stijf, hebben alles. Echt superfijne wielen. Ook de stuurpen en bars zijn van Zipp. Ik ben trouwens niet echt een materiaalfreak. Ik ben er zelf niet heel erg mee bezig. Dat wat ik van de ploeg krijg, vind ik meestal wel goed. En is er iets wat niet bevalt? Dan zeg ik dat wel. Maar ik kan me niet herinneren dat dat is voorgekomen.”
De kleding
“Onze kleding is van Specialized. Snel, licht en goed op maat. Ik draag meestal een broek en shirt, zelden een snelpak. We hadden het er pas nog met elkaar over in de bus. Ik geef de voorkeur aan een tenue uit twee delen. Dan kan je nog eens wat onder je shirt stoppen: een paar bidonnen, een papiertje van een reep of een jasje dat je wilt afgeven. De kleur van de kleding is van alles wat hè. Paars, rood, roze en geel. In eerste instantie zou je zeggen: dat past niet echt bij elkaar. Maar ik moet zeggen dat ik er snel aan gewend was. Al zijn we met die paars-rode helmen wel net een Bunch of Unicorns. Ja, zo noemen we ons dus ook tegenwoordig.”
FuturumMag.20
Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.20, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.