Het kritische oog van FUTURUM’s testpiloot Maarten Tjallingii

Gastblogger | 25 maart 2020

Voormalig prof Maarten Tjallingii beklom de hoogste bergen onder de warmste omstandigheden en trotseerde de regen in loodzware klassiekers. Hij weet als geen ander waaraan wielerkleding moet voldoen en is nu ambassadeur van FUTURUM. Er komt geen kledingstuk op de markt zonder zijn goedkeuring.


“Wat al steengoed is, wordt nog beter”

Hoe bepalend is kleding voor het slagen van een training of uitdaging?

“Wat wordt er nou altijd gezegd…? Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding. Als het onderweg begint te regenen en je draagt een jack dat je niet beschermt, dan raak je doordrenkt en koel je af. Nou, dat ga je merken. Hetzelfde geldt voor warme omstandigheden. Je beklimt een berg bij dertig graden en je hebt de verkeerde onderkleding aan. Dat natte shirt koel je razendsnel af. En als je hebt zitten uithijgen op een terras, krijg je twee dagen later de rekening gepresenteerd: door de slechte vochtafvoer ben je ziek geworden. In die zin is kleding allesbepalend: die maakt of kraakt jouw rit en speelt mee in je keuze om een volgende keer wel of niet te gaan fietsen.”

Wanneer heeft kleding het verschil gemaakt in jouw profcarrière?

“Dat was een keer in Parijs-Nice. We reden met Langeveld voor het klassement en hadden voor de bewuste etappe Flecha naar voren geschoven. Het was zo’n rit in de aanloop naar de Alpen: niet heel heftig, maar mede door de kou toch pittig. We wisten dat er in de finale, met nog 25 kilometer te gaan, een afdaling was. Vanuit het bos reed je omlaag plots een open veld in. Net voor de bergtop trok iedereen van onze ploeg de jacks uit. We werden uitgelachen. ‘Wat doen jullie nu?’ We begonnen te rijden, tikten de 85 kilometer per uur aan en kwamen toen in dat open stuk. Poef, het hele peloton aan gort! Er waren wel twintig waaiers en wij zaten met vijf in de eerste waaier van ongeveer twaalf renners. Belangrijkste les: als het ineens hard gaat, moet je niet meer te dik zijn ingepakt, want dan ontplof je.”

Wat is jouw mooiste ervaring met PROFORMANCE-kleding?

“Ik reed in Kenia op de mountainbike in een zwart JORIS Pro-shirt. Daaronder droeg ik een goede merino baselayer. Het was snikheet, 38 graden. Ik zag een andere mountainbiker, ook in het zwart gekleed: zweten, zweten! Maar ik had nergens last van, ik bleef gewoon droog. Wat bleek: aan de stof van mijn shirt was op een slimme manier de coldblack- technologie toegevoegd. Die weerkaatst de UV-stralen. In combinatie met de baselayer bleef mijn lichaam koel en ik dacht zowaar: het valt hier nog wel mee met de warmte. Roland had het van tevoren voorspeld, maar ik geloofde hem niet. Na die mountainbiketocht wist ik het: hier is over nagedacht. Dit is wat je wilt als je in de zomer de Alpe d’Huez op rijdt of de Maratona fietst.”

Waarmee houd je zoal rekening bij het geven van feedback?

“Als profrenner waren de kledingvereisten heel hoog, je reed immers voor de prijzen. Voor FUTURUM probeer ik die ervaringen mee te nemen, alleen kijk ik er met een andere blik naar. Want een amateur of recreant die een geweldige uitdaging aangaat, zit bijvoorbeeld toch iets minder diep dan de prof. Dat betekent dat je bij het testwerk dus rekening houdt met verschillende zithoudingen. En je denkt na: wat zou voor de gemiddelde FUTURUM-fietser het beste zijn? Ik heb in het verleden technische bedrijfskunde gestudeerd, tegelijk met Martijn die nu hier productontwikkelaar is. Die studie helpt me om de vertaalslag goed te maken, om de essentiële zaken te benoemen. Welke lijnen en vormen moet je aanhouden voor een shirt? Welke panden zijn belangrijk? Waar moeten de ventilatiegaten wel en waar vooral niet? Hoe pak je met handschoenen aan iets uit je achterzak? Daar let ik op en dat koppel ik terug. Vervolgens nemen Roland en Martijn het over. Na aanpassing check ik of de fabrikant de wensen goed heeft geïnterpreteerd.”

Wat is jouw beeld bij de aanpak van FUTURUM?

“Dat het zeer grondig gebeurt. Het is een kwestie van trial and error, ook na lancering van een product. Dat vind ik nou zo mooi. FUTURUM zet een basisproduct neer dat uitvoerig is getest en blijft daar vervolgens aan sleutelen. Op die manier gaat de standaard steeds een stuk omhoog. Je ziet dat bijvoorbeeld aan het JORIS Pro-shirt: dat was als JORIS-model al steengoed, maar is vervolgens nog beter gemaakt. De mouwtjes van de JORIS Pro zijn lasercut. Het flubbert niet meer, je voelt ze niet zitten en het ziet er onwijs strak uit. Zo hebben we ook de indeling van de meshvlakken bij de JORIS Pro geoptimaliseerd. Er ligt nooit een eindresultaat, je zit steeds in een proces waarbij het product beter en beter wordt.”

Is een prototype weleens in één keer raak?

“Ik weet nog dat ik de JONA bibshorts kreeg. Roland zei: ‘Probeer hem maar eens’. Toen ik hem in handen had, dacht ik: wat is dit nou voor een gek spul? Dit wil niemand toch aan? In plaats van stretchy, zacht lycra voelde het materiaal van deze koersbroek ietwat stug aan. Ik deed die broek aan en liep een half uur in huis rond voor ik op de fiets stapte. Hij zat echt onwijs lekker! Ik had niet eens het idee dat ik iets aan had. Het materiaal was top: door de andere manier van weven rekte het materiaal alle kanten op en bood de broek veel compressie. Er zat ook nog eens een goed zeem in. Nou, dan heb je een topbroek! Ik had uiteindelijk maar één feedbackpunt: op de elastiekband aan de broekspijp.”

Krijg je veel mee van feedback van klanten?

“Klanten mailen of bellen weleens met FuturumShop of ze reviewen een product. Soms zijn ze niet tevreden of hadden ze iets anders verwacht. Ik noem dat geen zeuren, want iedereen heeft zijn of haar waarheid. Je moet in zulke gevallen kijken of er iets aan het product valt te verbeteren. Af en toe stuurt Roland binnengekomen opmerkingen naar me door. Nog niet zo lang geleden hebben we gediscussieerd over de baselayers uit de PROFORMANCE-lijn. Enkele klanten merkten op dat de ondershirts te lang waren. Op basis daarvan zijn er prototypes van een paar kortere modellen gemaakt. Uiteindelijk bleek dat de huidige lengte gewoon goed is. Wel hebben we een aanpassing gemaakt, omdat er bij een klein percentage baselayers makkelijk gaatjes of beschadigingen ontstonden bij het aan- en uittrekken. Dat is toen aangepast en opgelost.”

Wil je meer weten over FUTURUM?

Check ook deze blogs!

» De geheimen van de R&D Ruimte
» Mens- en diervriendelijk: Merino!

Hoe vaak heb je overleg met FUTURUM?

“Nieuwe en aangepaste producten om te testen ontvang ik thuis. Dan ga ik er veel mee rijden op de Posbank en door de Veluwe. Vaak merk je bepaalde dingen pas na een tijdje. Bijvoorbeeld hoe kleding zich houdt na twintig wasbeurten of het comfort van het zeem. Een aantal keer per jaar zijn er productmeetings waarin we de ontwikkelingen bespreken. Leuk zijn ook de fotoshoots. Zo zijn we een keer naar Mallorca geweest en ook naar Noord-Frankrijk, daar waar Parijs- Roubaix plaatsvindt. Ook dat zijn echte testmomenten want er wordt stevig gefietst in omstandigheden waarvoor de kleding bedoeld is. Na zo’n dag ben je helemaal uitgeblust. Roland rijdt op zulke dagen ook mee. Niet alleen om zelf in de meest uitdagende omstandigheden de kleding te testen, maar ook om alle feedback te verzamelen.

Krijg je zelf ook vragen over de kleding?

“Er zijn altijd mensen die naar FUTURUM informeren. Dan vragen ze bijvoorbeeld: ‘Zou je het ook hebben gekocht als je geen ambassadeur was geweest?’ Mijn oprechte antwoord is dan altijd: ja! Bij het eerste contact met FUTURUM heb ik het ook duidelijk aangegeven: ‘We kunnen over een ambassadeurschap spreken, op voorwaarde dat ik eerst een kledingsetje mag testen’. Het moet goed zijn, want ik wil mijn geloofwaardigheid niet te grabbel gooien. Ik was behoorlijk onder de indruk en dat ben ik ook over de stappen die er sindsdien gezet zijn. Mensen die erover denken om iets van FUTURUM te proberen, beveel ik het van harte aan.”

Meer mooie verhalen lezen? Bestel nu het magazine mee!