Alles in perspectief | Exclusief interview Wout van Aert

Gastblogger | 18 mei 2021

Wout van Aert over winnen, kippen en zijn zoontje Georges.

Als de ploeg dit interview inplant voor kwart voor zeven op vrijdagavond voelen we ons een beetje bezwaard. Of Wout van Aert op dat moment niet iets leukers te doen heeft dan praten met ons? Dat is dan ook onze eerste vraag als we die avond tegenover de sympathieke renner van Team Jumbo-Visma zitten. “Nee hoor”, antwoordt hij lachend. Hij draagt een joggingpak van het team. Zijn haar met het kenmerkende blonde plukje staat recht omhoog. “Ik heb hier zelf om gevraagd. Ik zeg altijd tegen de perschef: plan maar zo veel mogelijk interviews achter elkaar, dan ben ik ook in één keer klaar. Dat vind ik overzichtelijker.” Waarvan akte.

Wout van Aert

Geboren: 15 september 1994
Geboorteplaats: Herentals
Ploeg: Team Jumbo-Visma
Palmares: winnaar Milaan-San Remo, Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem, Strade Bianche, drievoudig wereldkampioen
veldrijden, 3x etappe Tour de France

We spreken hem op vrijdagavond vóór de Amstel Gold Race. Die zal hij in de eindsprint winnen door Tom Pidcock met een paar millimeter verschil te verslaan. Het wordt zijn tweede klassiekeroverwinning van het voorjaar, nadat hij Gent-Wevelgem ook al op zijn naam wist te schrijven. Het kan verkeren bij de drievoudig wereldkampioen veldrijden. Want nog maar kort geleden vreesde menig fan dat er niet zoveel zeges meer bij zouden komen. Tijdens zijn eerste Tour de France in 2019 won hij meteen een etappe, maar belandde hij tijdens de tijdrit dusdanig gruwelijk in de hekken dat het even einde carrière leek. Hij liep een gapende vleeswond van 21 centimeter aan zijn rechterbeen op, waarbij ook spierweefsel was geraakt. Hij moest meteen in Frankrijk geopereerd worden, maar die operatie ging niet goed. Een paar dagen later bleek bij de controle dat een van de gescheurde pezen nog los hing, de Franse artsen waren die vergeten te hechten. “Ze hebben me daar toen gewoon dichtgenaaid en klaar”, zou hij het later samenvatten. Hij moest vijf dagen later opnieuw onder het mes. Er werd hardop getwijfeld of hij ooit nog op het oude niveau terug zou komen. Ook door hemzelf. Maanden van revalidatie en onzekerheid volgden. “Die val is nu niet meer iets waaraan ik dagelijks denk, maar het is wel iets wezenlijks in mijn leven dat alles in perspectief heeft gezet. Het klinkt waarschijnlijk als een cliché, maar als je niet kunt fietsen ga je pas echt beseffen wat het voor je betekent. Fietsen is alles voor me, ik sta ermee op en ga ermee slapen, het brengt me op de mooiste plekken ter wereld, het is gewoon mijn leven.”

Het liep gelukkig goed af. Hij kwam terug op zijn oude niveau, was misschien zelfs nog wat beter dan voorafgaand aan de val. Toen het door corona getergde wielerseizoen 2020 eindelijk weer in gang schoot, won hij in één week direct twee klassiekers: Milaan-San Remo en de Strade Bianche. Kort daarna pakte hij ook nog twee etappes in de Tour.

“Het zou misschien wel wat gezonder zijn als ik langer kan nagenieten van een overwinning”

Fietsen

“Sinds we met de ploeg op Cervélo rijden, gebruik ik voornamelijk drie fietsen. Het is een luxe om veel keuze te hebben, maar het wennen daaraan kost natuurlijk wel meer tijd. Simpelweg omdat je drie verschillende frames hebt in plaats van één. Je leert een fiets pas goed kennen in de koers. Inmiddels ken ik ze alle drie behoorlijk goed en is het fijn de beschikking te hebben over frames die voor specifieke omstandigheden zijn gemaakt. Het meest rijd ik op de Cervélo S5, die is snel en gemaakt voor vlakke tot heuvelachtige koersen. Voor de bergen hebben we de Cervélo R5, die is heel stabiel en tegelijkertijd heel licht. Lichter dan de S5. Voor de tijdritten hebben we de Cervélo P5, die volledig van carbon is.”

Kleding

“Wij dragen kleding van AGU. Vroeger had ik een beetje een rare afwijking: ik had altijd het liefst zo min mogelijk kledingstukken aan. Als veldrijder deed ik nooit twee vesten over elkaar, bijvoorbeeld. Ook toen ik net op de weg startte was ik vaak de enige zonder arm- en beenstukken. Ik was vooral bang om te veel te zweten en dan, bijvoorbeeld, in de afdaling kou te vatten. Op den duur heb ik wel geleerd me wat beter te kleden, gelukkig, met dank aan teamgenoten. Je ziet immers dat zij zich wel normaal kleden, haha!”

Looks

“Ik vind het zeker belangrijk dat ik er goed uitzie. Het geeft me moraal als alles goed voelt en mooi strak aangesloten zit. Ik moet ook toegeven dat ik best een beetje ijdel ben. Neem bijvoorbeeld een overwinningsfoto: als ik daarop zie dat ik met ongelijk zittende sokken over de finish ben gekomen, kan ik daar achteraf echt van balen!”

Materiaal

“Ik vind het leuk om me bezig te houden met materiaal, en ik ben ook echt gewend vanuit het veldrijden om mijn materiaal zelf te regelen. Dus die interesse zit er van jongs af aan in. Tegelijkertijd heb ik wel geleerd om bepaalde materiaalzaken over te laten aan de specialisten van de ploeg. Ze zijn onderdeel van het team. Ik vertrouw hen volledig, bijvoorbeeld als het aankomt op het afstellen van de fiets.”

Wat is je mooiste overwinning tot nu toe?

“Toch die twee van afgelopen jaar, de Strade Bianche en Milaan-San Remo. Ik kan niet kiezen tussen die twee. Het is onbeschrijfelijk wat die overwinningen met me deden. Dat had natuurlijk te maken met waar ik vandaan kwam. De ontlading was enorm, een soort dubbele overwinning. Of ik het goed kan vieren als ik gewonnen heb? Haha, ja zeker, ik kan dat heel goed! Dat doe je natuurlijk het liefst met een paar biertjes. Even ontspannen. Dat kan ik prima. Maar ik moet wel eerlijk zijn: dat doe ik heel kort, de volgende dag kan ik alweer een beetje spijt hebben van het feestje dat ik gevierd heb. Wat eigenlijk nergens op slaat. Sterker nog, het is juist goed om af en toe de teugels te laten vieren. Maar dat mag niet te lang duren bij mij. De focus is er daarna weer heel snel. Dat is een goede eigenschap voor een topsporter, maar het zou misschien wel wat gezonder zijn als ik langer kan nagenieten van een overwinning. Iets langer stilstaan bij wat je bereikt hebt. Dat lukt me tot nu toe nog niet zo goed, als ik eerlijk ben.”

Wat is je meest frustrerende tweede plek?

“De Ronde van Vlaanderen van 2020. De sprint die ik verloor van Mathieu. Mijn vrouw en ik gingen na de Ronde meteen op vakantie, en het idee was om dan even bij te komen van die koers. Maar dat was toch niet zo slim achteraf, want ik begon met een slecht gevoel aan de vakantie. Het lukte me maar niet om het kwijt te raken. Dagenlang heb ik lopen malen over die koers. Over de dingen die er misgingen, zoals die val waardoor ik een achterstand moest inhalen. Vooral dacht ik aan hoe ik de sprint anders had kunnen rijden. Die sprint reed ik in gedachten steeds opnieuw. Het duurde echt lang voordat ik dat kon loslaten.”

“Als ik een beetje bij de kippen en de geit aan het rommelen ben, kom ik helemaal tot rust”

“Wat ik leuk vind om te doen als afleiding? Mijn favoriete afleiding heet Georges. Mijn zoontje is begin dit jaar geboren. Hij heeft van alles in mijn leven veranderd.” Van Aerts ogen lichten op als hij over Georges vertelt. “Nu kom je thuis en kan je alles wat er is gebeurd veel makkelijker van je afzetten. Het vaderschap is geweldig. Natuurlijk was het in het begin echt wel pittig, zoals het voor iedereen pittig is die een pasgeboren baby heeft. Zeker in de eerste nachten. Ik ging op hoogtestage toen hij vijf weken oud was, en ineens had ik er moeite mee om van huis weg te zijn en afscheid te moeten nemen. Ook dat was nieuw voor me. Wat wel fijn was: tegen de tijd dat ik terug kwam sliep hij ’s nachts al door. Ik mag wat dat betreft van geluk spreken, onze nachten waren al vrij snel meer dan prima. Wat voor afleiding ik had vóórdat Georges er was? Heel simpele dingen eigenlijk. Ik ben toch graag een gewoon iemand, al klinkt dat misschien een beetje gek. Ik vind het leuk om met vrienden af te spreken, ergens te gaan eten. Alleen kan dat in coronatijd natuurlijk niet echt. Maar het zijn heel normale dingen die ik leuk vind. Zo hebben wij thuis wat diertjes. Als ik een beetje bij de kippen en de geit aan het rommelen ben, kom ik helemaal tot rust. Gewoon even je gedachten op heel iets anders richten.”

Van iemand die veel wint, wordt verwacht dat hij veel wint. Dat is dit jaar niet anders, met de Tour de France en de Olympische Spelen die op het programma staan. Wat is zijn geheim om met die verwachtingen en opgelegde druk om te gaan? “Een goede vraag. Een geheim kan ik het niet noemen. Leren omgaan met druk is echt een proces geweest, het is iets wat gewoon tijd nodig heeft gehad. Wat zeker wel heeft geholpen is dat ik op jonge leeftijd als veldrijder ineens Sven Nys versloeg. Die was op dat moment de allerbeste en dé te kloppen man. Als je van hem wint ben je van de een op de andere dag geen outsider meer. Vanaf dat moment waren de hoge verwachtingen er continu. Dus daarmee heb ik al op heel jonge leeftijd moeten dealen. En dat is zeker niet makkelijk geweest. Ik heb dat echt moeten leren en heb daar ook begeleiding in gekregen. Maar inmiddels is die druk iets wat bij me hoort en wat ik over het algemeen goed kan managen.”

Tekst: Diana Kuip
Fotografie: Team Jumbo-Visma, Cor Vos

FuturumMag.17

Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.17, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.

Lees verder