Tien taboes | FuturumMag.24

Gastblogger | 20 maart 2024

We doen allemaal weleens dingen die niet mogen. Dat geldt ook voor profwielrenners. Ze hebben de contractuele verplichting om producten van specifieke merken te gebruiken, maar kleuren desondanks soms buiten de lijntjes. Tien materiaaltaboes uit het wielerpeloton.

Tekst: Frederik Backelandt
Illustraties: Studio Grinta


Muiterij bij The Wolfpack

Er werd nergens wat over geschreven, maar in 2019 was er binnen The Wolfpack wel degelijk sprake van een relletje op het brillenfront. Philippe Gilbert had het Franse Ekoï jaren daarvoor binnengehaald bij het team, maar het leeuwendeel van de renners was niet te spreken over de kwaliteit van de brillen. De renners dachten er zelfs aan om het Ekoï-contract over te kopen en daarna te switchen naar Oakley. Zover kwam het niet en de dreigende muiterij werd in de kiem gesmoord. In 2020, toen Phil het team had verlaten, werd Oakley wél als brillensponsor vastgelegd.

Het onbestaande tijdritstuur

In 1989 won de Amerikaan Greg LeMond zijn tweede Ronde van Frankrijk. Dat was voor velen een verrassing, want LeMond maakte zijn comeback na een jachtongeval dat hem op een haar na het leven en zijn carrière had gekost. LeMond bleek die Tour competitiever dan vooraf gedacht. Topfavoriet Laurent Fignon moest in twee individuele tijdritten zijn meerdere in hem erkennen. Beide tijdritzeges zouden uiteindelijk een belangrijke basis voor Lemonds eindwinst vormen. In de races tegen de klok toverde de Amerikaan een wit konijn uit zijn hoge hoed: een tijdritstuur. Nu klinkt het banaal, maar toen was het gebruik daarvan revolutionair. Om precies te zijn betrof het een Scott-triatlonstuur waarbij het Scott-logo werd afgeplakt door een sticker van het Franse Mavic, de officiële onderdelenleverancier van LeMonds ploeg. Toen LeMond de Tour met slechts acht seconden voorsprong op Fignon won, stond de volgende ochtend de telefoon bij Mavic-distributeur Codagex roodgloeiend. Iedereen wilde het veelbesproken Mavic-tijdritstuur dat in feite niet bestond.


Zadelshizzle

Renners zijn vaak door en door conservatief en houden graag vast aan de producten die hen bevallen. Daarvan afwijken, zorgt bij sommige renners voor kortsluiting tussen de oren. Zeker bij zadels liggen de zaken gevoelig, wat uiteraard te begrijpen is: het zadel is misschien wel het belangrijkste contactpunt tussen renner en fiets. In het verleden is het misschien minder blits ogende Selle San Marco Concor-zadel populair geweest bij heel wat (top)renners, ook al werden zij zo nu en dan door andere zadelmerken gesponsord. Ook de leading lady van het vrouwenwielrennen, Lotte Kopecky, heeft een duidelijke zadelvoorkeur. Zij won vorig jaar haar tweede Ronde van Vlaanderen met een Syncros Belcarra-zadel onder de kont en niet met een zadel van teamsponsor Specialized. Geloof ons, Lotte is lang niet de enige met een uitgesproken zadelvoorkeur die sponsorbelangen doet overrulen. 

Framefoutjes

Het ene fietsframe is het andere niet. Normaal vraagt, nee eist, de internationale wielerunie UCI dat elk fietsframe waarmee de profrenners rijden ook vrij te koop is in de handel. Onzin natuurlijk, want voor de echte toppers worden frames aangepast naar hun wensen. Sprinters hebben behoefte aan versterkingen op de cruciale plekken van het fietsframe, zoals het bracket, zodat het al die kracht kan weerstaan. Frank Vandenbroucke reed bij Cofidis met een custom frame en niet met een gewone MBK en Tom Boonen met een verstevigde en verlengde Time om enerzijds kettingproblemen te vermijden en anderzijds mooi gestrekt te kunnen zitten.

Camouflage

Soms gebeurt het dat een fabrikant het spul gewoonweg niet in huis heeft, waardoor de renner zelf, in samenspraak met de ploeg en sponsor in kwestie, inventieve oplossingen moet bedenken. Op zulke momenten krijgt het frame van de concurrent een laklaagje dat de ware aard moet verbergen. Denk maar aan Zdenek Stybar die een poosje geen crossen reed met zijn Merckx, maar met een als Merckx vermomde Ridley-crosser. Echter kon je al met een half dichtgeknepen oog zien wat er aan de hand was. Recenter is het verhaal van Wout van Aert. Aangezien Cervélo zijn topper op 1 januari 2021 niet kon voorzien van een crossfiets – die was nog in volle ontwikkelingsfase – werd Van Aerts Bianchi-frame dan maar ontdaan van alle celeste en herlakt met de zwarte en gele teamkleuren. Dergelijke verhalen over ‘gecamoufleerde’ fietsen circuleren al heel lang. Zo behaalde Eddy Merckx zijn voornaamste successen op frames van De Rosa en Colnago, ook al waren die fabrikanten niet zijn materiaalsponsoren.


Camouflage next level: de Gabba

De overtreffende trap van ‘camouflage’ in het peloton is misschien wel de Gabba. Het iconische jack van Castelli, bedoeld om renners op een galante én efficiënte manier te beschermen tegen de meest penibele weersomstandigheden, bleek zo revolutionair dat iedereen in het peloton er op enig moment eentje wilde hebben. In het geheim kochten renners en ploegen Gabba’s aan, ook al was het dragen van het jack conflicterend met de officiële kledijsponsor. Het ging zelfs zover dat Castelli in het geheim langs teamhotels trok om de clandestien bestelde Gabba’s af te leveren. Zodra de renners hun Gabba’s in handen kregen, gebruikten ze een dikke zwarte viltstift om de rode schorpioen en andere verwijzigingen naar Castelli te verdoezelen.

Ovaal is niet rond

De spreekwoordelijke nagel van Shimano’s doodskist moet in 2012 de O-Symmetric zijn geweest. Het bedrijf beweerde de snelste en meest performante (ovale) tandwielen te produceren en ene Bradley Wiggins raakte overtuigd. Hij won er in 2012 zelfs de Tour de France mee. Tot wanhoop van Shimano, dat niet geloofde in het ovale verhaal. Dat de O-Symmetric-bladen werden afgedekt met kilometers zwarte tape, bleek een pleister op de wond. Want tja, het verschil tussen een rond en ovaal kettingblad blijf je natuurlijk wel zien.

Oversokkenfetish

De Belg Tim Wellens, tegenwoordig luitenant van Tadej Pogacar, werd in zijn Lotto-tijd vaak gespot met overschoenen. Zelfs op de warmste fietsdagen. Zelden of nooit kon je zijn fietsschoenen spotten of kwamen die in beeld. Was hier sprake van een oversokkenfetish? Volgers konden slechts gissen, totdat duidelijk werd dat Tim Wellens geen hoge pet op had van de schoenen van Gaerne. De Italiaanse fabrikant van fietsschoenen werd in 2014 officieel schoenenleverancier van de Belgische Lotto-ploeg maar Wellens kon er maar niet aan wennen. De oplossing lag voor de hand: hij droeg oversokken, veelal voorzien van een Gaerne-logo, over de de schoenen die wél op Wellens goedkeuring konden rekenen.

De bom van Cav

Wanneer je vedette groter is dan de sponsorbelangen: da’s het verhaal van Mark Cavendish toen Vinokourov hem in 2023 naar Astana haalde. In het voorjaar van dat seizoen was het hommeles tussen Oakley-ambassadeur Cavendish en Astana’s brillensponsor Scicon. Cav weigerde zijn all-time partnership met Oakley op te blazen, waarna Scicon de deal met Astana stopte. Voor Scicon werd de sponsorethische grens hiermee overschreden. 


Luxepaardjes

De wielen van Lightweight kwamen eind jaren negentig van de vorige eeuw op de radar van menig profrenner die de ambitie had om de Tour de France te winnen. Alleen mocht niet iedere renner de wielen van zijn teamsponsor links laten liggen voor dat onzekere doel. Jan Ullrich werd die vipbehandeling in 1997 wél gegund. Der Jan liet zijn Lightweights voorzien van extra zwarte stickers, mocht ermee aan de bak en won de Tour. Lance Armstrong volgde in 2001 Ullrichs voorbeeld, hield het been stijf en koos voor Lightweight om zijn Duitse collega te verpletteren op Alpe d’Huez en Chamrousse. 


Lees verder