Interview | De keuzes van Laurens ten Dam

Gastblogger | 07 juni 2018

Een boek lezen; af en toe een notitie maken in een dagboek; pannenkoeken bakken en heel veel jam erop. Laurens ten Dam is een heel gewone kerel. Hij kan alleen verschrikkelijk hard fietsen. Maar verder lijkt hij meer op je dan je denkt.

Laurens ten Dam is terug uit de Giro. Tijd om hem maar meteen lastig te vallen met wat vragen. Niet over hoe het ging, want dat hebben we allemaal kunnen zien.

Zijn kopman Tom Dumoulin werd meer dan knap tweede en Laurens heeft er elke bergetappe voor kunnen zorgen dat Tom zo fris mogelijk aan de laatste beklimming van de dag kon beginnen. Heldenwerk als je het ons vraag.

Ok, Laurens rijdt keihard bergop en er is bijna niemand van ons die hem met goed fatsoen bij kan houden als het omhoog gaat, maar toch zijn er flink wat dingen die je met Laurens gemeen hebt. Lees maar.

“Koffie drinken en wielrennen horen bij elkaar.”

Espresso drinken

“Koffie drinken en wielrennen horen bij elkaar. Ik ben dan ook erg blij met de Rocket Espresso machine die ik van Tom Dumoulin gekregen heb. Al zijn ploeggenoten in de Giro van 2017 hebben er een cadeau gehad. Net als de ploeggenoten van Micheal Matthews in de Tour. Ik had dus eigenlijk recht op twee machines haha!

Op mijn apparaat staan twee prachtige plaatjes als herinnering aan twee prachtige rondes. Ik wil mezelf niet direct een barista noemen, maar koffie zetten met dit apparaat is wel een feestje.

Zijn favoriete gerechten

Mijn vrouw Thessa maakt de lekkerste pizza’s van de hele wereld. We gebruiken hiervoor altijd een bodem van volkorenmeel én pizza bruschetta is mijn favoriet. Alhoewel een variant met salami ook niet te versmaden is.

Voor een grote portie zeebaars ga ik het liefst op zaterdag naar de markt in Alkmaar om dit vers te halen. Ik maak hem dan ook zelf schoon en gril hem in de visklem op de bbq.

De kinderen doe ik het grootste plezier met American pancaces. Ik tracteer daar mezelf en de kinderen op als ik thuis ben. Met veel jam erop! Smullen maar.

Een tekening van zoontje Jens

Van mijn zoontje Jens krijg ik tegenwoordig altijd een tekening mee als ik langer weg ben om te koersen. Die hang ik bij aankomst direct op. Laatst had hij er een gemaakt van een pizzeria waar we de dag ervoor hadden gegeten.

Voor mijn hoogtestage op Tenerife had hij een tekening gemaakt van drie renners die bergop finishen. Hij tekende mij als winnaar, Peter Sagan als tweede en bij renner nummer drie stond: ‘je vriendje Niki’. Daar bedoelde hij Niki Terpstra mee, met wie ik regelmatig train.

Mijn notitieboekje

Ik heb zo’n zwart opschrijfboekje van Moleskine. Het is een soort dagboek dat ik al vanaf 2010 bijhoud. Ik schrijf er ook de namen van mooie dorpen en streken in waar we doorheen fietsen. Die plekken wil ik mijn vrouw Thessa en de kinderen graag nog eens laten zien.

Mooie dingen moet je delen. Af en toe schiet me iets te binnen wat ik na mijn carriere zou willen doen. Dat zet ik er ook zeker in.

Een boek lezen

Het geheim van Raleigh is een van zijn favorieten. ‘Het was aan het begin van mijn carriere da tik in Spanje de eendaagse wedstrijd Circuito de Gexto reed. Ik had gezien dat je vlak voor de aankomst een stuk kon afsnijden. Ik twijfelde. Zou ik het doen? Ik ben geen sprinter. Door af te snijden zou ik misschien vooraan kunnen eindigen. Wat zou Gerrie Knetemann van de legendarische Raleigh-ploeg in zo’n geval gedaan hebben? Die had het gedaan. En ik dus ook. Ik werd uiteindelijk vijfde, maar later werd ik gediskwalificeerd toen men erachter kram dat ik had afgesneden.

En verder natuurlijk De Renner van Tim Krabbé. ‘Een boek dat je als wielrenner gelezen moet hebben. Als jochie van twaalf leende ik het bij de bibliotheek in Heiloo. Je had toen nog geen internet en door dit boek te lezen, leerde je veel over wielrennen. Natuurlijk heb ik het op mijn leeslijst van de middelbare school gezet. En dat mocht gelukkig.

“Mijn motto live slow, ride fast, probeer ik echt uit te dragen in alles wat ik doe.”

Live slow, Ride fast

Mijn motto live slow, ride fast, probeer ik echt uit te dragen in alles wat ik doe. Doet het rustiger aan. Minder stress, minder afleiding, minder spullen. Geniet van de kleine dingen in het leven en doe dat vol overgave. Leef in het moment.

Zo bespaar ik energie en is er meer focus op de fiets. En als je dan rijdt, geef alles en ga tot het uiterste. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Tekst: Redactie Bicycling
Foto: Cor Vos

Lees verder